Fight or flight
Hoe weerbaar zijn wij als Europeanen? Denktanks en overheidsinstellingen spreken vaak over weerbaarheid, maar in het publieke debat kom ik de term minder regelmatig tegen. ‘Defensie’ des te meer, net als ‘veiligheid’. In het licht van de geopolitieke verschuivingen — volgens sommige experts het begin van een nieuw tijdperk — merk ik dat ik me er veel mee bezighoud.
Kerstcliché
Niemand zit te wachten op een decembercolumn, zei mijn collega op vrijdagmiddag, net voor mijn vakantie. Hij had gelijk. Het is een hele kunst om in december iets te schrijven dat niet bol staat van clichés of leest als een goedbedoelde maar uiteindelijk vooral best irritante levensles. En toch schreef ik er eentje.
Afblijven
Bij mij dient zich, na een ingrijpende politieke verschuiving, ook vaak al snel de gedachte aan dat alles weer normaal lijkt. Een even nuttige als verraderlijke eigenschap van de menselijke geest. Vandaag zouden duizenden mensen protesteren tegen de voorgenomen bezuinigingen op wetenschap en hoger onderwijs met een belangrijke boodschap: deze aderlating van onze kennissector laten wij niet normaal worden.
De volwassen van morgen
Kortgeleden was ik aanwezig bij een mooi project waarin jonge kinderen gevraagd werd om na te denken wat zij het allerbelangrijkste vinden. Wat voor hen van waarde is. En wat hun zorgen over de toekomst zijn. Ik en mijn collega’s van een aantal andere politiek-wetenschappelijke bureaus kregen opnamen te horen waarop kinderen hierover vertelden. “Hebben we over twintig jaar nog groenten?”, vroeg een van de kinderen. “Zullen er nog bloemen zijn?”, vroeg iemand anders.
Voor een Europa dat haar waarden stevig omarmt
Als directeur van Charge mag ik me doorgaans een beetje onttrekken aan de politieke waan van de dag. Aan de vooravond van deze Europese Parlementsverkiezingen meng ik mij er toch in, omdat er nogal wat op het spel staat. Onze waarden.
Kathedraal
“Beschouw de Europese Unie als een kathedraal in aanbouw, waar steeds van alles wordt veranderd en toegevoegd”, hoorde ik de professor zeggen. Ik zat in de grote collegezaal van de Oudemanhuispoort in Amsterdam waar ik tot 2012 als student ook college volgde. Nu ik er voor mijn werk zit hoor ik bij de “toehoorders”: veelal mensen met grijs haar, brilletjes en keurige notitieblokjes. Muisstil en driftig pennend.