Kathedraal

In zijn column neemt Berrie de lezer mee bij wat hem opvalt tijdens zijn werkzaamheden als directeur van Charge.

“Beschouw de Europese Unie als een kathedraal in aanbouw, waar steeds van alles wordt veranderd en toegevoegd”, hoorde ik de professor zeggen. Ik zat in de grote collegezaal van de Oudemanhuispoort in Amsterdam waar ik tot 2012 als student ook college volgde. Nu ik er voor mijn werk zit hoor ik bij de “toehoorders”: veelal mensen met grijs haar, brilletjes en keurige notitieblokjes. Muisstil en driftig pennend.

De metafoor van de kathedraal vond ik mooi. Misschien omdat ik zelf graag kerken en kathedralen bezoek als ik op vakantie ben. Ik laat me dan graag overrompelen door de imposante bouwwerken en het gevoel dat je een ruimte binnentreedt die voor veel mensen ontzettend veel betekent en betekend heeft.

Ergens is de Europese Unie ook zo’n ruimte. Een immens bouwwerk vol nisjes, versiersels, torentjes, beelden en kleurrijke ramen. Gedurende een periode van minder dan 100 jaar uitgegroeid tot een constructie van niet alleen verschillende culturen, talen en mensen, maar ook van gedeelde vrijheden en rechten. Een gebouw dat een bepaalde overtuiging weerspiegelt, maar ook ruimte biedt aan een grote gezamenlijke markt.

De kathedraal werd in het college minder romantisch toegepast: we moeten de Unie zien als een min of meer toevallige uitkomst van compromissen tussen steeds veranderende perspectieven over hoe de verdergaande Europese samenwerking eruit moet zien. Alsof er verschillende bouwmeesters met uiteenlopende overtuigingen aan het hoofd van de constructie hebben gestaan.

Terwijl we de huidige Europese Unie beschouwen als een bij uitstek democratisch statenverband, was dat in de eerste jaren van Europese samenwerking volgens historici bijvoorbeeld geen speerpunt. Toen Zuid-Europese landen als Spanje en Portugal wilden toetreden in de jaren zeventig, ontstond het besef dat het slim was om van democratie niet de kelder maar het altaar van de unie te maken. De deuren van een kathedraal staan altijd open, maar niet voor opnieuw opbloeiende dictaturen.

De eerste stenen van de grote kathedralen werden gelegd door mensen die wisten dat ze de voltooiing ervan niet zouden meemaken. Voor de Europese Unie geldt dat zeker ook, want “af” zal zij nooit zijn. En perfect is ze ook niet. Maar mooi is ze wel.

Vorige
Vorige

Ode an die Freude: Beethoven en het Europese volkslied

Volgende
Volgende

Democratie voor minderjarigen: de stemleeftijd in Nederland en Europa