Europese integratie als kribbe van bestaanszekerheid
In gesprek met dr. Robin de Bruin

24 mei 2024
De redactie

In de eerste aflevering van de podcast Europa Dichterbij gaan Marnix Kluiters en Berrie van der Molen in gesprek met historicus Robin de Bruin over de geschiedenis van Europese integratie. In het gesprek stelt Robin dat het begin van de Europese Unie begrepen kan worden als een poging om bestaanszekerheid in Europa te garanderen. Hoe zat dat precies? En wat merken we daar nog van in de huidige Europese Unie? Lees hier verder en luister het hele gesprek terug.

Marnix: Ik denk dat we moeten beginnen met de vraag: wat is Europese integratie? 

Als je het over Europese integratie hebt, dan heb je het over de vervlechting van de verschillende Europese bevolkingen. Het verdrag van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) stelt in de preambule niet: “De staten van Europa moeten vervlecht raken.” Nee, ze zeggen: "De bevolkingen van Europa moeten vervlecht raken." En hoe moeten ze vervlecht raken? Door hun economische belangen zo veel mogelijk samen te voegen. Je zou dit kunnen lezen als een pleidooi voor Europese bestaanszekerheid.

Deze tekst uit de preambule is heel bekend en wordt heel vaak aangehaald, maar dan wordt hij vaak in het Engels geciteerd: “Ever closer union”, of soms “ever closer union among the peoples of Europe”. Dat suggereert dat het van buitenaf komt en dat Nederland er niets mee te maken heeft. Maar niets is minder waar.

De EEG was tot grote hoogte het geesteskind van de Nederlandse minister Wim Beyen. Op dezelfde wijze was de landbouwpolitiek van de EEG grotendeels het werk van een andere Nederlandse minister, Sicco Mansholt. Kortom, het is dus niet zo dat de EEG van buitenaf werd opgelegd. Het was heel duidelijk een Nederlands project. Daarom wilde ik die tekst uit die preambule graag in het Nederlands citeren. 

Dan is er nog een punt aan Europese integratie dat erg interessant is. Wij hebben het in Nederland over Europese integratie. En dat suggereert dat er sprake is van een proces van vervlechting. De Fransen hebben het over la construction européenne. Dat suggereert veel meer dat er sprake is van de wil om samen te voegen. Dit geeft duidelijk aan dat het perspectief op Europa in die twee landen anders is. In Nederland bestaat een houding van lijdzaamheid en van een proces dat we ondergaan, terwijl in Frankrijk veel meer nadruk ligt op de bewuste keuze om te integreren.

Marnix: Is de Tweede Wereldoorlog of het aflopen daarvan de start geweest van het nadenken over Europese integratie? 

Nee, zeker niet. Het nadenken over Europese integratie begon al in de Verlichting of zelfs daarvoor. In die tijd werden er allerlei vredesprojecten in Europa gelanceerd en bedacht. Een goed voorbeeld is het project van Saint-Simon na de Napoleontische oorlogen, aan het begin van de negentiende eeuw. Saint-Simon had een idee voor een parlement van Frankrijk en Groot-Brittannië tezamen. Andere landen konden zich dan daarbij voegen. 

In de jaren ‘20 had je een ander belangrijk idee over Europese samenwerking: de Pan-Europa-gedachte van Coudenhove-Kalergi. Dat ging veel meer over de economie en economische samenwerking. Coudenhove-Kalergi pleitte voor één tariefmuur buiten Europa, rondom Europa, om ervoor te zorgen dat de Europese landbouw met name tegen goedkope import van buiten Europa beschermd zou worden. Daar zat dat economische denken dus heel erg sterk in. 

Coudenhove-Kalergi was in zekere zin zijn tijd een beetje vooruit, want in de jaren ‘30 ontstond er economische oorlogvoering tussen verschillende Europese landen. Na het einde van de  Tweede Wereldoorlog zag men die economische oorlogvoering en de armoede die daarop volgde als voorbode van het uitbreken van de oorlog. Armoede werd gezien als voedingsbodem voor radicalisme. Na de Tweede Wereldoorlog wilde men daar voorgoed mee breken en voorkomen dat economische oorlogvoering in Europa zich ooit nog zou kunnen herhalen. 

Marnix: Er wordt bij Europese samenwerking ook vaak gedacht aan een soort superstaat op politiek niveau. Jij schetst heel duidelijk dat het vanuit een economisch motief komt.

Dat wordt altijd zo tegenover elkaar gesteld. Is Europa nou in wezen politiek of is Europa nou in wezen economisch? Ik denk dat je die twee heel moeilijk kunt scheiden. In de beginfase van Europese integratie ging het niet zozeer om de belangen van de multinationals of iets dergelijks. Het draaide om de creatie van bestaanszekerheid. 

In de jaren ‘50 was welvaartsvergroting een voorwaarde voor een goed functionerende democratie. Je moet niet vergeten, dit was ook de tijd van de Koude Oorlog. Er was een totalitaire vijand verslagen. Maar er was nog een totalitaire vijand [de Sovjet-Unie, red.]. Armoede en gebrek aan bestaanszekerheid waren de voedingsbodem voor politieke radicalisering. Dat was de gedachte. En je zou kunnen zeggen dat we nog steeds kampen met die democratie-opvatting.

Dus ook al was de parlementaire democratie belangrijk, veel belangrijker was dat mensen niet verleid zouden worden door totalitaire ideologieën. En dat dacht men te voorkomen door economische samenwerking. Dat economische is dus heel erg belangrijk en staat nog steeds erg centraal. Dat gaat over regels. Dat gaat over onderwerpen waar burgers niet altijd heel veel belangstelling voor kunnen opbrengen. En daardoor is er ook nooit een Europese publieke sfeer of een debatgemeenschap over Europese thema’s ontstaan.  

Wat ik in ieder geval kan zeggen voor de periode waarin ik enigszins deskundig ben, dus die vroege fase, is dat de Europese economische samenwerking heel veel heeft gebracht. Die heeft de welvaart sterk vergroot. Daar zijn de cijfers vrij duidelijk over.

Abonneer je op Europa Dichterbij om geen aflevering te missen. Mis je de podcast in jouw favoriete app? Laat het ons weten.


Meer

Europese integratie

Podcast Europa Dichterbij

De Europese kunst van acceptabele compromissen In gesprek met Caroline de Gruyter over Europese waarden

Lees het artikel

Europese integratie

Podcast Europa Dichterbij

De Europese Unie betekent voor iedereen iets anders Elske van den Hoogen over hoe Nederlanders naar de EU kijken

Lees het artikel